Aaltjes als biologisch bestrijdingsmiddel
Inhoudsopgave
Heb je ook wel eens last van plagen in (kamer)planten maar wil je niet met gif aan de gang? Met een toepassing van aaltjes als bestrijdingsmiddel wordt de plaag op biologische wijze opgelost. Verschillende soorten aaltjes kunnen tegen diversen plagen als biologisch bestrijdingsmiddel worden ingezet.
Wat zijn aaltjes?
Aaltjes zijn zeer kleine rondwormen en worden ook wel nematoden genoemd. Ze zijn 0,5-1 mm lang) en zijn niet met het blote oog zichtbaar. Met behulp van een loep of een microscoop zijn ze wel te zien.
Schadelijke aaltjes of nuttige aaltjes
De aaltjes die worden ingezet als biologisch bestrijdingsmiddel zijn insectparasitaire aaltjes. Insectparasitaire aaltjes dienen niet verward te worden met de groep plantparasitaire aaltjes. Plantparasitaire aaltjes leven van planten waardoor de planten slecht gaan groeien en ziek worden. Deze aaltjes kunnen bijvoorbeeld aardappelmoeheid of rozenmoeheid veroorzaken. Insectparasitaire aaltjes leven van plaaginsecten en zijn daardoor niet gevaarlijk voor planten maar beschermen ze juist. Naast de insectparasitaire aaltjes worden ook slakparasitaire aaltjes toegepast als biologisch bestrijdingsmiddel ter bescherming van planten. De nuttige aaltjes zijn veilig voor mensen, planten, huisdieren en het milieu.
Levenscyclus aaltjes
Aaltjes doorlopen diverse stadia namelijk: een eistadium, 4 larvenstadia en een volwassen stadium. Alleen het derde larvenstadium kan buiten de gastheer leven. Het product aaltjes bevat daarom aaltjes van het derde larvenstadium. De aaltjes die als product verkocht worden leven ook van nature in de grond. De concentratie aaltjes die van nature in de grond voorkomen is echter te laag om een plaag te bestrijden.
Hoe werken aaltjes
Iedere soort aaltje draagt een eigen specifieke bacterie bij zich waarmee het aaltje in symbiose leeft. De bacterie gebruikt het aaltje om in een insect of slak te komen en in ruil daarvoor maakt de bacterie de gastheer ziek en zorgt ervoor dat de gastheer voedsel wordt voor het aaltje. Zo kan het aaltje verder leven en ontwikkelen in de gastheer. Als de gastheer in verhouding groot is dan is er een grotere hoeveelheid bacteriën nodig om de gastheer ziek te maken. Dan is 1 aaltje niet voldoende om het insect te laten sterven maar moeten meerdere aaltjes de gastheer binnendringen. De aaltjes die als product worden verkocht zijn aaltjes die ook van nature in de grond voorkomen. Alleen is vaak de hoeveelheid aaltjes die in de natuur voorkomen dan niet genoeg om een plaag te bestrijden.
Aaltjes tegen slakken
Het aaltje Phasmarhabditis californica is een slakparasitair aaltje die naaktslakken bestrijdt. Het aaltje leeft in de grond en bestrijdt naaktslakken die ook grotendeels in de grond leven. Huisjesslakken worden niet bestreden want deze gaan de grond niet in. Het aaltje gaat op zoek naar een naaktslak en dringt de naaktslak binnen door een natuurlijke opening bij de slak. Eenmaal in de slak begint het proces. Het aaltje leeft in symbiose met een bacterie die de slak ziek maakt. Tussen de 7-21 dagen na infectie is de slak dood. Hiervan is niets te merken want een zieke slak blijft in de grond zitten en komt vaak niet meer bovengronds. Door de infectie wordt de slak voedsel voor de aaltjes en kunnen de aaltjes hun levenscyclus voltooien en eitjes leggen. Slakkenaaltjes werken al vanaf een bodemtemperatuur van 5°C waardoor de aaltjes al vroeg in het voorjaar toegepast kunnen worden. Een toepassing in het vroege voorjaar zorgt ervoor dat er geen nieuwe eileg van naaktslakken komt waardoor het een effectieve tijd van bestrijden is. Als er veel naaktslakken aanwezig zijn en er nieuwe plantjes geplant moeten worden, pas de aaltjes dan 2 weken voor het uitplanten van de plantjes toe. De naaktslakken zijn dan dood op moment van planten en zo hebben de kleine plantjes de kans om te groeien.
Aaltjes tegen varenrouwmug oftewel rouwvliegjes
Het aaltje Steinernema feltiae is het aaltje die de larven van de varenrouwmug, vaak rouwvliegjes genoemd, bestrijdt. De larven van de varenrouwmug leven in de grond en maken veel schade in stekplantjes. Door vraat aan de wortels kunnen de stekplantjes niet goed wortelen en rotten ze weg. Hierdoor is het nodig om de varenrouwmug te bestrijden bij stekplantjes. Ook wordt varenrouwmug bestreden in kamerplanten omdat de vliegjes in huis niet gewenst zijn. Steinernema feltiae is werkzaam vanaf een bodemtemperatuur van 10°C. Hierdoor is dit aaltje het hele jaar door binnenshuis te gebruiken. Het aaltje dringt de larven van de varenrouwmug binnen via lichaamsopeningen. De bacterie die het aaltje mee naar binnen brengt maakt de larve ziek en zo wordt de larve voedsel voor de aaltjes. De varenrouwmuglarve verslijmt in de grond en zijn dan ook niet terug te vinden na besmetting met de aaltjes.
Aaltjes tegen taxuskever
De larven van de taxuskever leven in de grond en kunnen bestreden worden met 3 soorten aaltjes: Heterorhabditis bacteriophora, Steinernema feltiae en Steinernema kraussei. De tijd van het jaar bepaald welk aaltje wordt ingezet. Heterorhabditis bacteriophora geeft het beste bestrijdingsresultaat. Voorwaarde van dit aaltje is dat de bodemtemperatuur 12°C is. Naast de lichaamsopeningen van de gastheer kan dit aaltje de gastheer ook via de huid binnendringen. Dat maakt dit aaltje extra agressief. Een behandeling met het aaltje Steinernema kraussei in het vroege voorjaar is ook heel effectief. Dit aaltje is al werkzaam bij een bodemtemperatuur van 5°C. Een behandeling net voor het verpoppen (maart en april) van de larven van de taxuskever voorkomt een nieuwe invasie kevers in de zomer. De werking van het aaltje kan goed gecontroleerd worden. Graaf 2 à 3 weken na de toepassing van de aaltjes larven van de taxuskever op en deze larven zullen bruingekleurd zijn in plaats van romig wit. Als de taxuskeverplaag groot is overweeg dan om een behandeling in maart en in september uit te voeren.
Aaltjes tegen engerlingen
Engerlingen zijn de larven van kevers en leven in de grond. Bepaalde soorten engerlingen zijn erg schadelijk voor gras en/of planten. Deze schadelijke engerlingen kunnen bestreden worden met het aaltje Heterorhabditis bacteriophora. Dit aaltje is werkzaam vanaf een bodemtemperatuur van 12°C en dringt de engerling binnen via lichaamsopeningen en de huid van de gastheer. Hoe kleiner de engerlingen zijn hoe beter het bestrijdingsresultaat. Daarom zijn de engerlingen van bijvoorbeeld de meikever moeilijker te bestrijden. De meikever heeft namelijk een 3-jarige levenscyclus en elk jaar worden de engerlingen groter. Door elk jaar de aaltjes toe te passen en zo steeds de nieuwe generatie engerlingen te bestrijden komt de meikeverplaag onder controle. Bij grote engerlingen helpt het ook om een overdosis aaltjes te geven. Hoe meer aaltjes toegepast worden hoe meer bacteriën de engerling binnen krijgt en hoe groter de kans dat de engerling erg ziek wordt en doodgaat.
Aaltjes tegen emelten
Emelten zijn de larven van de langpootmug en leven in de grond. Ze kunnen bestreden worden met 2 soorten aaltjes namelijk Steinernema feltiae en Steinernema carpocapsae. De tijd van het jaar bepaalt welk aaltje wordt ingezet. Steinernema feltiae is werkzaam bij een bodemtemperatuur vanaf 10°C en wordt daardoor in het voorjaar en najaar toegepast. Steinernema carpocpsae werkt iets beter maar heeft een bodemtemperatuur van 14°C nodig en wordt daarom in de zomer toegepast. Hoe kleiner de emelt is hoe beter het bestrijdingsresultaat zal zijn. Heel grote dikke emelten met Steinernema feltiae bestrijden valt niet mee. Ook hier geldt dat een overdosis aaltjes helpt bij het slagen van de behandeling met aaltjes. Meer bacteriën in de gastheer betekent meer kans op het doodgaan van de gastheer.
Aaltjes tegen veenmollen
Veenmollen kunnen alleen bestreden worden met het aaltje Steinernema carpocapsae. Dit aaltje werkt vanaf een bodemtemperatuur van 14°C. Hoe kleiner de veenmol hoe beter het bestrijdingsresultaat. Daardoor zijn de behandelingen in mei en juni het meest effectief.
Aaltjes tegen mieren
Mieren worden verjaagd door het aaltje Steinernema feltiae. Als deze aaltjes in het mierennest terecht komen zullen de aaltjes de mierenlarven binnendringen waardoor deze ziek worden. De volwassen mieren zullen vervolgens wegtrekken. Voorwaarde voor een goede bestrijding met aaltjes tegen mieren is dus dat de aaltjesoplossing in de nestjes terecht komen. Bij een mierennest onder de terrastegels dienen de aaltjes netjes tussen de tegels gegoten te worden. Erna nog met water nagieten zodat de aaltjes in het nest spoelen. Een groot nest onder terrastegels is dus moeilijker om te bestrijden omdat je er moeilijk met de oplossing komt. Mierennesten in de tuin of in het gazon zijn makkelijker te bereiken met de aaltjesoplossing. De dosering aaltjes tegen mieren is hoger dan de standaarddosering. 5 miljoen aaltjes is goed voor 5 kleine mierennestjes.
Aaltjes tegen rupsen (Buxusmot, Eikenprocessiemot)
Tegen rupsen kan het aaltje Steinernema carpocapsae worden ingezet. In dit geval wordt de oplossing met aaltjes gespoten op de planten waar de rupsen in zitten (buxus of eik). Dit kan alleen slagen als de rups nog heel klein is. Daarbij leven de aaltjes van nature in de grond en kunnen ze niet tegen UV-straling. Bij een toepassing tegen rupsen moeten de aaltjes dus in het donker toegepast worden en moeten de aaltjes voordat de zon opkomt in de gastheer zitten. Een knelpunt hierbij is de temperatuur. De nachttemperatuur moet dus 14°C.
Tegen eikenprocessierups wordt het aaltje Steinernema feltiae ingezet. Ook deze behandeling moet op een hele jonge rups en in het donker uitgevoerd worden bij een nachttemperatuur van minimaal 6-8°C
Houd er bij een bladtoepassing rekening mee dat er wel met voldoende water gespoten moet worden maar dat dit water niet van het gewas af mag druipen. Als het water van het gewas afdruipt zullen ook de aaltjes van het gewas afdruipen.
Aaltjes tegen trips
Ook tegen trips kunnen aaltjes toegepast worden. Dit kan als bodemtoepassing op de tripspoppen of als bladtoepassing. Hiervoor wordt het aaltje Steinernema feltiae gebruikt. Bij een bladtoepassing tegen trips is het belangrijk om meerdere keren met een week interval de bespuiting te herhalen. Gebruik hiervoor een halve dosering (250.000 aaltjes/m2) en spuit dit minimaal 3 keer. Zorg ervoor dat het blad natgespoten wordt maar dat de oplossing niet van het blad af druipt. Neem meteen de bodem mee voor een bestrijding op de poppen. Voer de bespuiting uit in de schemering voor de nacht. Bij de bestrijding tegen tripspoppen in de bodem hangt het wel af om welke tripssoort het gaat.
Hoe aaltjes te gebruiken (bodemtoepassing)
Aaltjes worden opgelost in water en over de grond gesproeid. Voor een goede werking zijn de volgende punten belangrijk
- Aaltjes zijn een levend product en daardoor beperkt houdbaar. Hou de houdbaarheidsdatum op het product in de gaten en pas het liefst snel na ontvangst toe. Bewaren van de aaltjes kan in de koelkast.
- Aaltjes kunnen niet tegen UV-straling. Pas de aaltjes daarom toe in de schemering.
- Aaltjes zitten graag bij elkaar, klonteren samen en daardoor zijn de aaltjes niet gelijkmatig verdeeld in het zakje. Los het zakje in 1 keer op in lauw water en roer goed door. Als ze blijven klonteren laat het even 5 minuutjes staan en roer dan nog een keer.
- Volg de gebruiksaanwijzing voor het oplossen van de aaltjes in de juiste hoeveelheid water. Pas niet meer meters toe dan op het zakje staat. Dan wordt de concentratie te laag en valt de bestrijding tegen. Overdoseren kan geen kwaad, geeft zelfs een sneller resultaat. Hoe meer aaltjes de gastheer ingaan, hoe meer bacteriën de gastheer binnenkrijgt en hoe sneller de gastheer ziek wordt.
- Als de oplossing gemaakt is dienen de aaltjes binnen een paar uur verspreidt te zijn. Als de aaltjes te lang in water staan zullen ze verdrinken.
- Voor het uitgieten van de aaltjes dient de grond vochtig te zijn zodat ze goed de grond in kunnen. Na het toepassen de grond minimaal 2 weken vochtig houden voor een goed resultaat. Vochtig is niet nat, aaltjes kunnen niet zwemmen. Als je met je vinger op de grond drukt en je ziet water dan is de grond veel te nat.
- Wordt er door het KNMI een aantal dagen achter elkaar hoosbuien voorspeld? Wacht dan met de toepassing van de aaltjes ter voorkoming dat ze uitspoelen.
- Pas de aaltjes in een buitje regen toe of giet schoon water na het toepassen van de aaltjes. Zo gaan de aaltjes de grond in en blijven ze niet op het gewas liggen waardoor ze doodgaan door UV-straling.
Wilt u effectief en op natuurlijke wijze uw plaag bestrijden? Zoek de juiste plaag op in het menu, kies de benodigde hoeveelheid en u krijgt de juiste aaltjes toegestuurd.