Mooie planten in de tuin betekent genieten, maar vaak ben je niet de enige. Schadelijke insecten delen namelijk dezelfde interesse. En alhoewel een gezonde plant prima tegen een aantal insecten kan, wordt het een probleem wanneer dit er teveel worden. Is er sprake van grote aantallen, dan hebben we het over een plaag. Behalve de grote aantallen is ook de langdurige aanwezigheid van deze insecten een kenmerk van een plaag. Soms blijft er geen groen blaadje meer over.
Biologische bestrijding
Inhoudsopgave
Gelukkig heeft elke plaag zo zijn eigen natuurlijke vijand, waarmee je ze kunt bestrijden óf beheersen. Natuurlijke vijanden zijn onder te verdelen in twee verschillende categorieën. Zo zijn er ten eerste de parasieten, die een eitje in de insecten leggen. Parasieten leven van hun gastheer en doden hooguit alleen deze. Predatoren daarentegen ruimen de plaag uit de weg door hun prooi in één keer te doden en daarna op te eten. De predator doodt dus ook meerdere insecten.
De bladluis: klein, maar in staat tot grote schade
Een bladluis is een klein, plantenetend insect dat grote schade kan aanrichten. Een bladluis, die tot wel honderd nakomelingen kan krijgen, boort met zijn steeksnuit in de plant om sappen op te zuigen. Bevalt dit sap, dan blijft de luis op de plant wonen. Hij zuigt zo steeds meer voedingsstoffen op die de plant zelf nodig heeft en scheidt de voor hem onnodige suikers weer uit. Dit kleverige laagje noemen we honingdauw, wat voor de plant eveneens onprettig is. Hieronder lees je over de verschillende natuurlijke vijanden van de bladluis.
Sluipwespen
Sluipwespen zijn parasieten die zelfs een enkele bladluis weten te vinden en niet alleen hele plagen. Sterker nog, ze kunnen bladluizen zelfs vinden vóórdat ze zichtbaar zijn. Sluipwespen voeden zich met honingdauw en leggen hun eitjes in de bladluis. De larven dit daaruit komen, eten de bladluis van binnenuit op. Zo wordt de bladluis als het ware gemummificeerd. Zodra de larven zich tot volwassen sluipwespen hebben ontwikkeld, boren ze een gaatje in het lichaam van de bladluis om deze te verlaten. Deze sluipwesp gaat zelf weer op zoek naar nieuwe luizen.
Lieveheersbeestjes
In tegenstelling tot een sluipwesp is een lieveheersbeestje een predator. Hij eet de luis op, in welk stadium deze ook verkeert. Een lieveheersbeestje legt zijn eitjes bij voorkeur in een bladluiskolonie. De larven die daaruit komen, beginnen ook meteen met eten. De larven staan bekend als veelvraten en kunnen per dag tot wel 150 bladluizen op. Hebben ze eenmaal genoeg gegeten, dan ontpoppen ze zich tot volwassen lieveheersbeestjes die zelf hun eitjes in een bladluiskolonie kunnen gaan leggen.
Gaasvliegen
Een andere predator is de gaasvlieg, die net zo te werk gaat als het lieveheersbeestje. Een gaasvlieg heeft mooie, grote vleugels die net stukjes gaas lijken, vandaar ook zijn naam. Ook gaasvliegen leggen hun eitjes tussen de bladluizen, waarna de larven die hieruit komen ze direct opeten. Eten doen de larven van een gaasvlieg met een duizelingwekkend tempo van tot wel enkele honderden bladluizen per dag. Met gaasvliegen pak je een plaag dus heel snel aan. Wanneer de larven zich tot volwassen gaasvliegen ontpoppen, begint de cyclus weer opnieuw.
Zweefvliegen
Tot slot de zweefvlieg, die je herkent aan zijn gestreepte oranje/geel-zwarte patroon. Ze worden nogal eens met wespen verward, wat voor de zweefvliegen heel gunstig is. Zo worden ze namelijk niet door vogels opgegeten. De zweefvlieg is net als het lieveheersbeestje en de gaasvlieg een predator. Ook zweefvliegen leggen hun eitjes midden in de bladluiskolonie, zodat hun larven zich direct kunnen voeden. Wanneer deze zich eenmaal tot volwassen zweefvliegen hebben ontwikkeld, gaan ze zelf eitjes leggen in de bladluiskolonie.
De toepassing van natuurlijke vijanden in je tuin
De genoemde natuurlijke vijanden gebruikt men al jaren in kassen in de professionele tuinbouw. De kweker kiest afhankelijk van zijn teelt voor een bepaald type vijand. Parasieten en predatoren kunnen echter ook prima in particuliere tuinen worden ingezet. Lieveheersbeestjes en gaasvliegen geven doorgaans de allerbeste resultaten, omdat ze als larve worden uitgezet en nog niet kunnen vliegen. Een sluipwesp kan dat bijvoorbeeld wel en kan gaan kijken wat de buren te bieden hebben.
Natuurlijke vijanden komen natuurlijk in de vrije natuur voor, maar wil je de plaag -vooral in het voorjaar- sneller aanpakken, dan is uitzetten verstandig. Lieveheersbeestjes kun je hier bestellen. Twijfel je welke biologische bestrijder je het beste kunt bestellen? Lees dan de blog gaasvlieg of lieveheersbeestje