Tripsen (trips) zijn kleine langwerpige insecten die veel schade kunnen maken in planten. Ze zijn biologisch te bestrijden met behulp van gaasvliegen, roofwantsen, rooftrips en roofmijten.
Tripsen zijn kleine gevleugelde insecten die niet groter worden dan 1-2mm. Ondanks dat ze zo klein zijn kunnen ze veel schade maken in planten. Trips (thrips) komen we tegen in binnen- en buitenplanten zoals bijvoorbeeld: in vele soorten kamerplanten, bonen, paprika, komkommer, hortensia, euonymus, sering en nog veel meer.
Trips herkennen
Trips vindt je op de bladeren en in bloemen van planten afhankelijk van de tripssoort. Het is niet meer dan een klein streepje, ze zijn smal en langwerpige en hebben een kleine kop. Afhankelijk van de soort trips kan een volwassen trips zwart, donkerbruin tot geel van kleur zijn. De larven zijn meestal wit, geel of oranje van kleur.
Echinothrips (een bladtrips) foto: Biobest
Het schadebeeld van trips
Trips prikt de plantencellen aan en zuigt de cellen leeg. Hierdoor ontstaan zilvergrijze vlekje met zwarte stipjes. Vaak zit trips in de kop van de plant. Als daar geprikt wordt en het blad groeit vervolgens uit ontstaat er groeimisvorming. Ook prikken ze in een bloemknop of vruchtaanleg. Deze groeien vervolgens ook misvormd uit.
De levenscyclus van trips
Een trips doorloopt in zijn leven 6 stadia namelijk: eistadium, eerste larvenstadium, tweede larvenstadium, een voorpopstadium, een popstadium en het volwassen stadium. De eitjes worden gelegd in de bladeren, bloemblaadjes of in zachte stengeldelen. Zodra de larve uit het ei komt begint deze met het eten van plantenweefsel aan de onderkant van het blad. Aan het einde van het tweede larvenstadium laat de trips zich op de grond vallen om te gaan verpoppen tot volwassen trips.
Soorten trips
Er zijn vele soorten trips met elk een voorkeur voor waardplanten. Globaal maken we onderscheid tussen de "standaard tripsen" zoals de californische trips en tabakstrips en de bladtripsen zoals de echinotrips en zebratrips. Sinds enkele jaren zien we de bladtripsen veel in kamerplanten zitten. De bladtripsen zijn herkenbaar aan de witte streep of strepen. Voor de biologische bestrijding is het belangrijk om te weten of je last hebt van een "standaard trips" of "bladtrips". Lees meer over de soorten trips in het kennisbankartikel.
Biologische bestrijding van trips
Welke bestrijder het beste kan worden ingezet tegen trips is mede afhankelijk van de tripssoort en tripspopulatie.
Vangplaten
Met behulp van blauwe of gele vangplaten kan de aanwezigheid van trips gesignaleerd worden. Door meerdere vangplaten op te hangen wordt trips ook weggevangen wat helpt bij de bestrijding. De groene vangplaten zijn speciaal voor het vangen van bladtripsen.
Roofmijten
De roofmijten Amblyseius cucumeris en Amblyseius swirskii eten alleen de jonge tripslarven. Deze roofmijten moeten dus op tijd worden ingezet, voordat er een tripsinvasie is. Is er al veel trips aanwezig dan kunnen roofmijten het niet meer alleen onder controle krijgen. Naast trips lusten ze ook spint en eet de roofmijt swirski ook nog wittevlieg.
Roofmijt Hypoaspis eet de tripspoppen in de grond. Afhankelijk van de soort trips is deze roofmijt effectief bij de bestrijding van tripspoppen. Bladtripsen verpoppen op het blad. Bij aanwezigheid van deze trips heeft het inzetten van hypoaspis bijna geen nut.
Roofwantsen en gaasvliegen
Roofwantsen en gaasvliegen eten zowel het eerste- als tweede larvenstadium en het volwassen stadium van trips.
Rooftrips
Rooftrips wordt ingezet bij aanwezigheid van bladtrips.
Lees meer over trips in kamerplanten in onze blog